Page 16 - Pdrh 1953
P. 16

PDRH
                    Aan de redacCie van

        Mijne Keren,
        Het vorige jaar werd ik geplaatst op de „Djatinegara" van de Djakarta
        Lloyd, die zijn (enige) reis maakte naar Japan. Deze boot was overgeno-
        men van een Griekse Kapitein-reder, onder Panamese vlag. Meer behoef
        ik U niet te vertellen. Het schip was bemand met Duitse officieren en een
        Indonesische bemanning. Voor de reis werd me door R-H verteld, dat de
        Djakarta Lloyd geen enkele verbintenis had met Radio-Holland. Het vol-
        gende geval is dus meer vermakelijk, dan ergerlijk.
        Het lekte in de radiohut. Het lekte behoorlijk. Bij zware regen liep het
        water met straaltjes over de tafels en de toestellen. Mijn kortegolf-zender
        was reeds door het vocht in de soep gedraaid en nu kwam de ouwe dan
        zelf eens kijken. Hij zag er echter geen gat in en stuurde de eerste stuur-
        man, die daarna de bootsman waarschuwde dat de baas-timmerman zijn
        knechtje maar eens moest laten kijken.
        Deze kwam dan het zaakje inspecteren en juist toen ik ook aan zijn vin-
        dingrijkheid zou gaan twijfelen, verdween hij, om even later terug te
        komen met een stuk oud zeil, een handvol spijkers en een schaar. Staande
        op een stoel trok hij, vrij uit de hand, kleine cirkeltjes op het plafond, mat
        het zaakje op en noteerde alles in een mooi nieuw boekje. Aan de hand
        van deze gegevens knipte hij, met grote nauwkeurigheid, vierkante lappen
        uit het zeil. Toen was het koffiedrinken.
        Na heel veel koffie kwam hij terug met nog meer spullen. Met vier spijkers
        gingen de vierkante stukjes zeil nu tegen de zoldering, waarbij hij op wer-
        kelijk bewonderenswaardige wijze de spijkers precies midden in de cir
        keltjes mikte. Een paar keer er naast, maar het beste paard struikelt wel
        eens en met dit voor ogen wilde ik hem niet op deze misslagen wijzen. In
        het midden van het zeiltje werd een gaatje geknipt, een haakje in de zolde
        ring geslagen, een busje er aan en ziedaar, de oplossing van het probleem.
        Dat was dat. Drie zeiltjes, drie busjes, drie haakjes en twaalf spijkers.
        Buiten, op een kist, zat hij uren te overdenken hoe fijn het toch was iets
        te scheppen.
        Op geregelde tijden ledigde ik de busjes, maar na een paar buien 's nachts,
        vond ik 's morgens de boel weer kletsnat. De kapitein, die juist langs
        kwam toen ik het zaakje aan het drogen was, drukte in kernachtig Duits
        zijn ongenoegen uit. Dit was geen werk. Hij, persoonlijk, zou het laten ver-
        beteren. En ja, na het ontbijt stond hij handenwringend op me te wachten:
        „Nu was het goed, donnerwetter" en inderdaad.... Op het zee-tje slin-
        gerden, net als in een lampion-optocht, drie „grote" bussen rustig heen en
        weer....
        Met hartelijke groeten,                      W. T. H. ROMBOUT,
                                                        Inspectie Tg. Triok.
       P.S. De „Djatinegara" ligt nu aan de ketting en zal niet meer varen.
                                                                       R.


       PDRH wordt uitgegeven door de personeelraad van Radio-Holland N.V. onder redactie
       van M. J. van Duin en W. R. v. d. Eyk, Redactie-a  es: Frederik Hendrikstraat 1981,
       Amterdam-W.


       16
   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21