Page 20 - Pdrh 1984
P. 20
Korte golven
NOODVERKEER
,,RRRIIINNNNGGGG"
Verschrikkelijk, wat maakt die wekker weer een herrie". Maar het is de wekker niet, het is de
bel van het AAT (voor de niet-ingewijden, AAT= Automatisch Alarm Toestel, een hulpmiddel
voor de radio-officier, als hij of zij niet op wacht is; dit apparaat reageert op een telegrafisch
uitgezonden alarmsignaal op de 500 KHz. en geeft alarm in de radio-hut, slaaphut van de radio-
officier en op de brug).
Vlug uit de kooi, zou het ditmaal een echt alarmsignaal zijn, of alweer een vals alarm,
veroorzaakt door luchtstoringen of een collega, die wat al te nadrukkelijk afstemt op de 500
KHz.
In het radio-station vlug de ontvangeropengedraaid. Nog net optijd om de laatste twee strepen
van het alarmsignaal te horen, gevolgd doorsos sos sos de Cleo C/H80Y. Naeen paarminuten
zendt de Cleo C. het noodbericht uit. Het schip heeft brand in de machinekamer, geeft een
positie op, die ongeveer4o mijl ten zuiden van Sicilië ligt envraagt om onmiddellijke assistentie
van alle schepen in de nabijheid. Wat ontbreekt in het noodbericht is de aard van de lading en
het aantal opvarenden.
Ons schip bevindt zich op ongeveer 50 mijl van het in nood verkerende schip. De Cleo C. blijkt,
na enig zoeken in de internationale boekwerken, een Panamees vaartuig van 3200 Brt..
De kapitein geeft toestemming om de ontvangst van het noodbericht te bevestigen en de Cleo
C. te berichten, datwe in twee uuren vijfenveertig minuten opdeopgegeven positie kunnen zijn.
Deze positie ligt min of meer op onze route van het Suez-kanaal naar de Straat van Gibraltar.
De Cleo C. is nog in de lucht en als wij als één der eersten QSL geven van het noodbericht,
verzoekt het schip ons hen te hulp te komen.
Nog enkele schepen bevestigen de ontvangst van het noodbericht en gaan ookopweg naar de
Cleo C.
De positie van het in nood verkerende schip wordt gemarkeerd door een forse rookpluim. De
Cleo C. is zo'n 15 minuten na het noodbericht gestopt met zenden. Ook de sloepzender is niet
in de lucht gekomen.
Als we op de plaats des onheils aankomen, zijn er al vijf schepen voor ons gearriveerd.
Daadwerkelijke hulp wordt echter nog niet verleend. De zee is nogal ruw en de situatie aan
boord van de Cleo C. ziet er niet al te ernstig uit. Alleen uit de midschips komt veel rook. De
bemanning staat op het achterdek.
Een deel van de bemanning was tijdens de brand kennelijk in paniek geraakt, want men had de
sloepen gestreken, terwijl het schip nog een behoorlijke vaart liep. Het gevolg was, dat men
deze sloepen verspeelde. Vier man zitten in een rubberboot, die naar een Engels containerschip
toedrijft. Dit schip kan met zijn boegschroef zodanig manoeuvreren, dat de mensen via een
loodsdeur aan de zijkant aan boord genomen kunnen worden. Het Engelse schip geeft via de
telefonie de stand van zaken door aan Cagliari radio op Sicilië. Door mee te luisteren blijkt pas
de werkelijke situatie aan boord van de Cleo C. Het schip had geen lading aan boord en er
waren 220f 23 opvarenden, daar kunnende geredden het niet over eens worden. Eén is in elk
geval in paniek over boord gesprongen.
Dan verschijnt er een Italiaanse helikopterten tonele, die de nog resterende bemanning van de
Cleo C. oppikt en richting wal vertrekt.
20